Beste lezer,
Er is nogal wat aan de hand in onze rechtsstaat. Onze grondrechten zijn als gevolg van corona fors beperkt en onlangs is vrijwel iedereen geschrokken van de toeslagenaffaire. Meestal schrijven journalisten hierover. Ik wil als advocaat mijn ervaring en inzicht delen over de staat van onze rechtsstaat. Om te beginnen met de toeslagenaffaire.
Opeenstapeling van (weef)fouten
Al 15 jaar geleden was ook in de advocatenpraktijk merkbaar dat er iets aan de hand was met de toeslagen. Het werkte niet goed. Dat was meteen duidelijk. De uitkering van toeslagen was ondergebracht bij de Belastingdienst die vanouds de taak heeft geldbedragen te innen. Nu moest de Fiscus ineens het omgekeerde doen: aan miljoenen mensen geld uitkeren. Dit was een eerste weeffout. Logistiek ging het zoals bij zoveel grote ICT-projecten mis. De uitvoering was chaotisch. Er werd soms te veel of te weinig uitgekeerd, er werd onjuist teruggevorderd en fout stapelde zich op fout. Communiceren met de Belastingdienst bleek lastiger te zijn dan bij andere overheidsorganen. Ik werd door wanhopige mensen gebeld. Mensen zaten uren aan de belastingtelefoon, brieven werden niet beantwoord en e-mailverkeer met de Belastingdienst werd ontmoedigd. Soms moest je meer dan een half jaar wachten op correcties. Ook advocatenbrieven bleven soms onbeantwoord. Kortom de logistiek en moraal deugde niet.
Daarbij kwam nog een weeffout met betrekking tot de aansprakelijkheid. De aanvraag en afwikkeling van toeslagen werd vaak door bureaus uitgevoerd. Iedere aansprakelijkheid was echter van rechtswege volledig bij de ouders gelegd. Deze wisten vaak helemaal niet wat er mis was gegaan, maar kregen wel alles op hun bord. En het ging om forse bedragen. Verder waren de regelingen onnodig ingewikkeld, ook voor hulpverleners en rechters. Het was een doolhof. Bovenop de chaos die door onjuiste keuzes en weeffouten was ontstaan, ging men vervolgens inzetten op zerotolerance fraudebestrijding met een tunnelvisie. De beginselen van zorgvuldigheid en proportionaliteit werden op ongekende wijze door de overheid overboord gezet. Een klein foutje of een vergissing kon leiden tot volledige terugvordering. Een rechter kon dit vanwege de strikte regelgeving moeilijk matigen of corrigeren.
Geen rechtsbescherming
En daar kwam vervolgens nog een fors probleem bovenop. Tienduizenden burgers kwamen niet voor gefinancierde rechtshulp in aanmerking. Ik liep daar indertijd al tegenaan. Voor fiscale zaken tegen de Belastingdienst werd normaliter geen rechtsbijstand toegekend. Bij de Raad voor Rechtsbijstand werden de toeslagenproblemen wel als fiscale kwesties aangemerkt, terwijl ze dit eigenlijk niet waren. Toeslagen zijn net als sommige uitkeringen instrumenten om inkomensbeleid te voeren. Dat is iets anders dan belastingheffing. Bij intrekking en terugvordering van bijstand werd bijvoorbeeld wel gefinancierde rechtsbijstand toegekend en bij terugvordering van toeslag niet. Hierdoor ontstond een reusachtig gat in de rechtsbescherming waardoor tienduizenden burgers machteloos tegenover de overheid kwamen te staan. Hier ging het goed mis.
Iedere burger heeft recht op rechtsbescherming. Door een administratieve code bij de Raad voor Rechtsbijstand werden toeslagen ineens als een fiscaal belang aangemerkt en werd steevast nee verkocht aan burgers op zoek naar rechtsbescherming. Als advocaat probeerde ik dan de terugvordering en verrekening van toeslagen onder de noemer van de bescherming van het grondwettelijke bestaansminimum te brengen en soms ging de Raad voor Rechtsbijstand hierin mee. Maar voor de bestrijding van het echte probleem kon geen rechtsbijstand worden aangevraagd. Dat was zogenaamd ‘fiscaal’.
De toeslagenaffaire maakt nog iets anders duidelijk. In de affaire kwam het grote risico van abstracte algoritmische beslissingsmodellen bij de overheid aan de oppervlakte. Abstracte beslissystemen bepaalden dat vanwege een code of beslisboom geen recht op rechtsbijstand bestond, terwijl iedere weldenkende persoon kon zien dat toeslagproblemen geen strikt fiscale kwesties betroffen. Het probleem was van andere orde, maar de code was fiscaal. De Raad voor Rechtsbijstand kon of mocht kennelijk niet van ‘systeembeslissingen’ afwijken. Er mocht niet ‘normaal’ en naar de menselijke maat beslist worden. Tienduizenden mensen werden de dupe van een abstract beslissysteem. Ook daarom vraagt de toeslagenaffaire om een nieuwe visie op beslissingen binnen grote overheidsorganisaties, op algoritmen en beslisbomen. En ook de Raad voor Rechtsbijstand zal zich moeten bezinnen op zijn rol in de toeslagenaffaire.
Tot slot
De toeslagenaffaire is als een bom ingeslagen. Ook bij de rechterlijke macht. Onlangs refereerde een rechter in een terugvorderingszaak van mijn kantoor aan de toeslagenaffaire. Zij stelde dat de Gemeente niet met vaag bewijs moest komen maar dat de schending hard en concreet moet zijn vastgesteld. Er wordt nu in fraudedossiers kritischer naar de overheid gekeken.
De toeslagenaffaire is heftig en zal nog lang nadreunen. Ik hoop dat het leervermogen van de rechtsstaat groot is. Je kunt met verschillende politieke visies naar de toeslagenaffaire kijken maar dat kan ook het beeld wat vertroebelen. Voor mij staat de goede werking van de rechtsstaat voorop, en die is van en voor iedereen. Dit belang stijgt boven alle politieke commotie uit. De rechtsstaat borgt immers een stabiele en vreedzame samenleving. Daarom heeft iedereen er belang bij dat de rechtsstaat optimaal functioneert.
Grondrechtbeperkingen
Mijn volgende column over de staat van de rechtsstaat gaat over de grondrechtbeperkingen in verband met corona. Deze wordt binnenkort gepubliceerd op www.rblaw.nl. Ook dat onderwerp raakt de rechtsstaat in de kern. En ook daarop heeft een advocaat een visie.